Vorig weekend was het zover : de 10 miles in Antwerpen.

“Ja, ja” hoor ik je al denken, “er is er weer eentje die ons komt vertellen hoe fantastisch het was mee te doen”. Maar dat is niet waar deze blog over gaat, want ik heb dit jaar NIET mee gedaan…
Vorig jaar wel, voor de eerste keer. Niet alleen was ik toen super trots op mezelf, ik zat ook vol goede voornemens : “Dit hou ik erin!”. Ik had niet alleen erg genoten van de dag zelf, maar ook van het trainen vooraf : de loopjes in de natuur, de heerlijke vergezichten, de buitenlucht, de zonnige dagen. Maar ook even dat moment van ‘me-time’, weg van al het moeten, letterlijk en figuurlijk even alle negatieve emoties eruit lopen en de energie die het me bracht. En niet te vergeten: die kilo’s die eigenlijk zonder verdere dieet inspanning wegsmolten. Hoe kon ik dit nu niet blijven doen ??!! Volgend jaar zou ik er weer staan en de 10 miles nog vlotter lopen.


En een tijdje ging dat best goed, ik bleef lekker lopen al was het iets minder frequent en genoot zelfs van enkele loopjes tijdens mijn vakantie. Maar ergens in de herfst ging het mis. De routine ging er helemaal uit en de kilo’s slopen er weer stilletjes bij. Eind februari moest ik het voor mezelf bekennen : de 10 miles zouden er dit jaar niet inzitten : te weinig tijd om tegen dan die 16 km te halen van waar ik nu stond.
En ja ik had goede redenen (en minder goede excuses) : ik was twee keer geveld door een flinke luchtwegeninfectie, waardoor ik telkens 4-5 weken niet kon lopen (amper een normaal gesprek voeren zonder hoesbuien of keelpastilles), het was met momenten super druk geweest op het werk en op een gegeven moment moeten die mails toch echt eerst beantwoord, moeten de facturen en verslagen gemaakt, moet de strijk gebeuren, was ik gewoon te moe (zeker met dat ziek zijn en toch zo snel mogelijk weer doorwerken) of regende het te hard. Allemaal waar. Maar aan de andere kant weet ik ook dat het een kwestie is van gewoon mezelf ertoe zetten en de draad weer oppikken. Want als ik dat doe dat ik me zoveel beter voel, dat ik veel meer energie heb om al die dingen te doen. Dat ik ’s avonds om acht uur dan wel in staat ben om de was nog te doen of achter de laptop te kruipen in plaats van moe op de bank te ploffen met … een bakje chips.

Ja ik bleef wel moeite doen: af en toe een verloren loopje en enkele keren slaagde ik er zelfs in het weer enkele weken goed op te bouwen. Maar al bij al slaagde ik er niet in de regelmaat erin te houden. Mijn valkuil is altijd het moment waarop het door goede redenen even stilvalt en het dan weer oppikken: vaak heeft het werk zich intussen opgestapeld en heb ik het gevoel dat ik die dingen niet kan uitstellen: werk, kinderen, huishouden, ze doen een sterk appel op mijn verantwoordelijkheidsgevoel. Tegelijk besluipt mij dan de gedachte dat ik er toch al even uit lig, dus dat het er niet op aankomt als ik dat lopen weer oppikken tot volgende week uitstel. En zo begint het …
En dan is het ineens een jaar later… en tijd om de confrontatie met mezelf weer aan te gaan. Vol goede moed ben ik deze week dan ook weer strenger voor mezelf geworden: weer meer water drinken en gedaan met dat snoepen. De eerste loop zit er ook alweer op en ik heb er super van genoten. Ik voel dat ik lichamelijk en mentaal er weer helemaal sta en klaar ben om er weer voluit voor te gaan.

Als psycholoog en psychotherapeut best een kwetsbaar stuk om te brengen. Ik hoor het mezelf immers wekelijks tegen mijn cliënten zeggen: “Het is een negatieve spiraal, je moet die doorbreken. Laat de ‘moetens’ wat meer los en besef dat goede zelfzorg een belangrijke prioriteit is”. Maar tegelijk wil ik het ook graag brengen. We zijn immers allemaal mensen, met onze zwakke punten en valkuilen. Minstens zo belangrijk als die eerste boodschappen, is immers jezelf kunnen toelaten feilbaar te zijn. Te weten dat gewoontes, gedrag en gedachten veranderen moeilijk is en meestal niet gaat zonder vallen en opstaan. Het grootste probleem dan is dat het 'vallen' ons zelfbeeld en zelfvertrouwen onderuit haalt, omdat onze innerlijke criticus hard op ons gaat inhakken : ‘ik ga dat nooit kunnen’, ‘ik ben een mislukkeling’, ‘ik heb gefaald’, … Pas wanneer we dat vallen niet meer als falen zien, maar als een normaal gegeven kunnen we dicht bij onze kracht blijven en de moed vinden om telkens weer op te staan, eruit te leren waar onze valkuilen zitten en uiteindelijk onze doelen te bereiken.

Geef jezelf dus niet te hard op de kop als je de fout bent ingegaan, maar probeer zo snel mogelijk de draad weer op te pakken. Kijk jezelf recht aan in de spiegel, niet om jezelf neer te sabelen, maar om jezelf weer moed in te spreken en komaf te maken met je excuses ! (en laat dat laatste nu net zijn waar mijn volgende blog over zal gaan 😉)

Groetjes
Iris

Reacties